Zorglandgoed Mirre biedt persoonlijke hulp en een warme opvang voor jongeren met psychische, emotionele en psychiatrische problemen.
Wij combineren de omgeving en rust van een zorgboerderij met de warmte van een gezinshuis en bieden met onze therapeutische expertise vaak een alternatief voor de GGZ. Wij hebben ruime ervaring in het helpen van jongeren met autisme, (hoog)gevoeligheid, burn-out, ptss, depressie, hechtingsproblematiek en eetproblemen.
Op Mirre komen regelmatig jongeren die al veel geprobeerd hebben in de zorg, daardoor het vertrouwen wat kwijt zijn geraakt of niet meer geloven dat er ook hulp voor hen is. Zij kunnen in een liefdevolle en deskundige omgeving werken aan herstel.
Bij ons staat alles in het teken van herstel. Je komt tijdelijk bij ons wonen, zodat jij en eventueel je ouders even tot rust kunnen komen en je je helemaal kunt richten op wat nu belangrijk is. Je komt in een groep met jongeren die soortgelijke dingen hebben meegemaakt en die je kunnen vertellen wat hen heeft geholpen om verder te komen. Er wordt een plan op maat gemaakt waarin wordt gekeken hoeveel rust, beweging, toezicht, begeleiding en therapie voor jou nodig is. Stap voor stap werk je zo aan herstel van vertrouwen, een beter zelfbeeld en toekomstperspectief. Je ouders worden zo nodig betrokken in het traject, maar krijgen alleen te horen wat jij wil.
Zorglandgoed Mirre staat onder bezielende leiding van Kitty en Eric. Met hun warmte, liefde en expertise helpen ze al velen jaren mensen met psychische en psychiatrische klachten. Zij worden bijgestaan door een team van professionals, die vaak uit eigen ervaring weten hoe moeilijk, intens, ontroerend en tegelijkertijd mooi verandering kan zijn. Onze begeleiders zijn opgeleid om een ieder liefdevol, effectief en afgestemd te begeleiden. Daarnaast maken we ook gebruik van een uitgebreid netwerk van behandelaren, waaronder voedingsspecialisten en fysiotherapeuten.
Zorglandgoed Mirre streeft ernaar dat jongeren en hun gezin echt geholpen worden en zich daadwerkelijk beter gaan voelen en/of gedragen. We vangen daarom alleen jongeren op die aansluiten bij onze kennis en expertise. We zorgen dat de medewerkers qua kennis en vaardigheden zoveel mogelijk aansluiten bij onze doelgroep en waar nodig SKJ geregistreerd zijn. Daarnaast werken we volgens een gecertificeerd kwaliteitssysteem om de kwaliteit te borgen. Mocht er iets toch niet helemaal naar wens verlopen dan hopen we dat jullie daarmee naar ons komen. Mocht dit toch lastig zijn dan verwijzen we graag naar onze klachtenregeling en/of de vertrouwenspersoon.
Heb je interesse? Lees dan verder over plaatsing, intake, financiering en wachtlijst.
"Ik ben weer blij dat ik leef!!"
“Ik was er slecht aan toe: depressief, opgesloten in mezelf, paranoïde, psychotisch en suïcidaal. De therapeuten bij Mirre vind ik heel kundig. Het gaat op dit moment al 'n heel stuk beter met mij! Ik ben weer blij dat ik leef!!”
Depressief meisje 18 jaar
Vanaf het moment dat er ‘moeten’ in mij leven is gekomen, dus eigenlijk vanaf het moment dat ik naar school moest, ben ik mijn onbevangenheid kwijt geraakt. Ik was vaak niet gelukkig, soms zelfs heel ongelukkig en moest veel en lang huilen. Ik wist zelf niet waarom en ook mijn ouders snapten het niet. Ik voelde me anders, onbegrepen en vreemd. Aansluiting bij andere leerlingen had ik niet. In een groep functioneren was een verschrikking. Ik vond het gek om op de wereld te zijn. Naar school gaan was een drama, ook omdat ik daar moest leren op een manier die niet bij me paste: volgens het boekje, en helemaal niet afgestemd op mij; op wie ik was en wat mij interesseerde. Als heel jong vroeg ik mezelf van alles af: Wie ben ik? Waarom ben ik op aarde? Wat heeft mijn leven voor zin? Achteraf zijn dat natuurlijk veel te diepe vragen voor ‘n meisje van nog geen 8 jaar. Maar ik stelde mezelf die vragen. Een onbevangen kindertijd? Nee, die heb ik niet gehad.
Toen ik een jaar of 9 was, en mijn ouders het ook niet meer wisten, moest ik naar een psycholoog. Die mevrouw vond ik eng, en het was heel erg naar, om daar naar toe te moeten. Ik was slim genoeg om een oplossing te bedenken: ik moest daar naar toe omdat ik zoveel huilde. Dan kon ik beter stoppen met huilen, bedacht ik. En..dat werkte! Ik hoefde er niet meer heen. Alleen waren mijn problemen niet opgelost. Ik leed nu in stilte. Ik was nog eenzamer en voelde me totaal onbegrepen.
Het ging iets beter toen er op school een STER-klas kwam, waarin kinderen hun talenten mochten ontwikkelen. Ik kwam anderhalve dag per week in die klas en bloeide op. Ik ging dingen ontdekken vanuit mijn behoefte en vanuit mijn gevoel. Ik creëerde een eigen fantasiewereld, waarin ik wel thuis was. De tijd in die STER-klas, dat was een fijne periode. En toch overheersen de negatieve dingen als ik terugkijk op die tijd. Wat heb ik vaak huilend bij mijn juf op schoot gezeten, en hoe vaak ben ik niet uit de klas gegaan omdat het me allemaal teveel werd. Ik was zo vaak wanhopig en ontredderd!
Het wordt me nu steeds duidelijker dat ik mezelf zo ben gaan afwijzen. Ik wees mezelf af, omdat ik zo vaak huilde. Daarnaast was ik boos op mezelf. Onmachtig boos. Boos omdat ik was zoals ik was, en dat niet kon veranderen. Ik kreeg de diagnose Angststoornis nao en ADD, wat later werd omgezet in Asperger en depressieve stoornis.
Mijn Puberteit? Eén en al OVERLEVEN! Ik hoorde niet bij de klas en legde de lat zo hoog voor mezelf, uit een soort van compensatie. Ik moest zo ongeveer perfect wezen. Perfect in hoe ik moest zijn. Perfect in de dingen die ik deed. Heel veel stress kreeg ik daarvan. Wat voelde ik me slecht in die tijd. In de omgang met leeftijdsgenoten paste ik me ontzettend aan. Want: wie was ik? En: hoe moest ik me gedragen? Ik was heel ongelukkig. En voelde me doelloos en zinloos.
Het werd steeds moeilijker om naar school te gaan. Ik hield het net aan vol, met maar 1 doel voor ogen: mijn diploma halen. Op een bepaald moment ging ik alleen nog maar voor de toetsen. Want alles was me te veel, en ik was heel vaak alleen. Door al die schoolstress werd mijn vrije tijd steeds belangrijker. Wat ik daarin deed? Ik zat hele dagen achter de PC, en verdween in mijn eigen wereld. Emoties uiten deed ik nauwelijks. Ik voelde weinig meer. Er kwam niets meer uit mijn handen. Daarbij was de wereld heel onveilig voor mij; ik wilde het liefst onzichtbaar zijn. Wanhopig probeerde ik om te overleven.
Terugkijkend was ik in die tijd heel erg depressief. Overprikkeld en oververmoeid. Radeloos en wanhopig. Een toekomstperspectief had ik niet meer.
Toen ik 17 jaar was, ik zat in 5 HAVO, liep ik helemaal vast. Het ging gewoon niet meer. Ik kon me niet meer ontspannen en raakte overspannen. Ik werd opgenomen op gesloten afdelingen, in verschillende instellingen. En dat gedurende 5 maanden. Ik slikte antidepressiva, slaapmedicatie, antipsychotica. Ik was er slecht aan toe: depressief, opgesloten in mezelf, gek, paranoïde, psychotisch en suïcidaal. Van al die medicijnen werd ik ontzettend moe en duf, maar ook agressief. Ik was ook boos, voelde me als proefkonijn gebruikt. En wat had ik een last van alle bijwerkingen!
Door middel van PMT (psychomotorische therapie) en gesprekstherapie probeerden ze me weer op de been te krijgen. De gesprekstherapieën gaven me in ieder geval houvast. Ik hoopte daar de sleutel te vinden die tot verandering zou leiden. Maar dat gebeurde niet; het was meer een soort stoom afblazen. Van al dat praten werd ik echter nóg drukker en onrustiger in mijn hoofd. Mijn gevoel was nog steeds afgesloten. En het praten hielp niet ik ging me niet beter voelen. Daarbij hield de therapeut duidelijk afstand. En op het moment dat ik dan geraakt was, vroeg ze niet door. Daardoor kon ik de confrontatie met mijn gevoel makkelijk vermijden. Ik kwam geen steek verder. Daar werd ik ontzettend moedeloos van. Voor mij was zeker: ik ben niet meer te redden!! Ik wilde dood zijn.
Via via ben ik bij Mirre gekomen. Toen ik het besluit had genomen om daar in therapie te gaan, nam ik direct een ander besluit: “Ik wil me weer goed gaan voelen!!!” Dat was een belangrijke beslissing. Want ik wilde geen hopeloos geval zijn. De eerste keren vond ik het zo moeilijk en zo spannend om naar Mirre toe te gaan. En ik vind het nog steeds niet makkelijk, hoor! Maar ik leer er zulke goeie dingen. Wat zoal?
De therapeuten bij Mirre vind ik heel kundig. Wat me opvalt, is dat ze niet bang zijn voor emoties en gevoelens. Ze stimuleren mij juist om de diepte in te gaan. Daarbij staan ze niet boven mij, maar naast me: er is gelijkwaardigheid.
Het gaat op dit moment al ‘n heel stuk beter met mij! Er is nog veel onzeker, want mijn opleiding staat stil en mijn toekomst is nog onduidelijk. Maar het vertrouwen groeit, dat ik mijn weg zal gaan vinden in deze wereld. Ik ben weer blij dat ik leef!!
NB: Mijn ouders zien dat ik weer open, meer toegankelijk en vrolijker ben. Het contact met mijn ouders verbetert langzaam, er ontstaat weer een relatie. Mijn broer voelt dat ik er beter aan toe ben. Ze zijn allemaal opgelucht en blij met deze verandering.
"Ik ben meer ontspannen!"
“Ik was heel vaak boos. Waarom ik boos was? Om alles en om niks! Vanuit de begeleiders wordt er geen druk op mij gelegd. Dat is belangrijk voor mij: mijn eigen tempo en mijn eigen weg. Mede daardoor gaat het goed met me op dit moment. Ik heb vrienden voldoende, en op school gaat het lekker. Ik ben meer ontspannen!”
Boze jongen
Mirre kwam eigenlijk in de plaats van onze gezinsbegeleidster. Nadat onze gezinsbegeleidster overleed, ben ik bij Mirre terecht gekomen. Ik kon haar altijd bellen als ik haar nodig had. Bellen deed ik nooit, maar het idee dat ik bij haar terecht kon was belangrijk voor mij. Ik was namelijk heel vaak boos. Dan had ik ruzie met mijn tweelingbroer. Waarom ik boos was? Om alles en om niks! Wanneer ik zo boos werd, wilde ik anderen zoveel mogelijk pijn doen. Ik reageerde mij af op mijn broer. Ik heb ondertussen geleerd waarom ik hem uitkoos: Hij blijft toch wel; andere mensen kunnen weggaan als ik zo doe.
Eerst wilde ik helemaal niet naar Mirre. Ik moest van mijn ouders mee naar een Open Dag. SAAAAAI! Ik kende er niemand en de trampoline was steeds bezet. Mijn ouders vonden dat ik een probleem had. Maar ik had helemaal geen hulp nodig, vond ik. Nou ja, misschien vond ik, dat ik een klein beetje een probleem had.
Na ‘n tijdje begon ik het wel leuk te vinden op Mirre. Ik kwam in de jeugdbegeleiding, en bij de Jeugdweken. Soms liep ik weg als het moeilijk werd, zoals bij een sessie in een jeugdweek. Dat kwam te dichtbij. Toch heb ik ondertussen best al veel geleerd. Wat ik geleerd heb? Dat zijn heel basale dingen. Bijvoorbeeld: ik heb geleerd om me af te sluiten als er mensen in de buurt zijn met slechte energie. Daarmee kan ik voorkomen dat ik last krijg van hun energie en dat ik me rot ga voelen. Want dan raak ik geïrriteerd en onmachtig en dan ga ik schoppen en slaan.
De mensen van Mirre hebben het gevoel dat mijn emoties veel te maken hebben met het begin van mijn leven. Ik ben namelijk bijna dood geboren. Dat heeft, volgens Mirre, veel impact gehad. Ik ben daar, nu in ieder geval, niet in geïnteresseerd. Voor mij is het belangrijk om goed om te gaan met boosheid. That‘s it! Ik mag gelukkig zelf bepalen wat ik wil; vanuit Mirre wordt er geen druk op mij gelegd.
Mirre is op dit moment de vervanging van de gezinsbegeleidster: ik kan Mirre bellen als dat nodig mocht zijn. Ik mag dat zelf bepalen. Dat is belangrijk voor mij: mijn eigen tempo en mijn eigen weg. Dat bevalt mij ook zo aan de jeugdbegeleiding. Ik word met rust gelaten en ik mag zelf bepalen waar ik aan mee doe. Gelukkig zijn het vaak leuke dingen die we doen, hoor! We gaan zwemmen, of naar de bioscoop. Ook doen we allerlei oefeningen, soms in de natuur. Een keer hebben we een soort therapie met paarden gedaan. In de Jeugdweken geniet ik het meeste van de gezelligheid. Ook maak ik er nieuwe vrienden. Ook in de Jeugdweken mag ik zelf bepalen waar ik aan deelneem.
Het gaat goed met me op dit moment. Ik heb vrienden voldoende, en op school gaat het lekker. Ik ben meer ontspannen!
"Het helpt me echt!"
“Ik ging op mijn 15e verjaardag gewoon naar school. De dag erna zat ik met een burn-out thuis. Alles was zinloos. Gelukkig kwam ik bij Mirre. Ik praatte daar veel en deed allerlei oefeningen. Het was heel fijn dat ze mij daar niet raar vonden. Ik voelde mij geaccepteerd. Erkend. Ik heb veel aan Mirre te danken. De begeleiding kwam op het goede moment. Het helpt me echt!”
Jongere met burn-out en depressie
Ik ging op mijn 15e verjaardag gewoon naar school. De dag erna zat ik met een burn-out thuis. Dat was geen fijn gevoel. Ik was moe, uitgeput en voelde me lusteloos. Alles was zinloos. Op school had ik een heel zware tijd achter de rug. Ik deed tweetalig VWO en moest altijd heel veel doen, in een hoog tempo. Die stress heeft me genekt.
Het was wel heerlijk om thuis te zijn. Eindelijk was er even geen druk en geen haast. Wat snoepte ik veel in die tijd! Normaal eten deed ik bijna niet. Doordat thuis zitten kwam ik wel tot rust. Maar echt heel goed ging het niet met me, hoor! Want eigenlijk was het een vorm van depressie waar ik aan leed. Behalve de studiedruk was er nog wel meer aan de hand op school. In de klas voelde ik me een eenling. Ik vond geen aansluiting bij mijn klasgenoten. Die vonden mij maar raar. Het was een eenzame tijd voor mij. M‘n gevoelens delen met andere mensen? Nee dat deed ik niet!
Gelukkig kwam ik al bij Mirre. Ik praatte daar veel en deed allerlei oefeningen. Het was heel fijn dat ze mij daar niet raar vonden. Ik voelde mij geaccepteerd. Erkend.
In de thuissituatie was ook al jaren van alles aan de hand. Ik heb een tweelingbroer. We zijn een eeneiige tweeling, maar bij ons is het echt niet zo dat we elkaar goed aanvoelen en zo. Mijn broer had veel woedeaanvallen, en hij richtte zijn woede op mij. Dus was er vaak ruzie. Ik sloot me af, trok me terug in mezelf. We hadden, al sinds ik 8 jaar was, een gezinsbegeleidster. Haar vertrouwde ik helemaal. Aan haar vertelde ik veel. En zij hielp me echt. Maar zij werd ziek en overleed toen ik 13 jaar was. Dat was een grote schok.
Toen ben ik met mijn tweelingbroer bij Mirre terechtgekomen, in de Jeugbegeleiding in de weekenden. Het duurde best lang voor ik bij Mirre mensen ging vertrouwen. Dat kwam door de dood van de gezinsbegeleidster. Ik dacht: “Als ik mensen vertrouw, gaan ze dood!” Ik moet erkennen, dat ze me bij Mirre écht hebben gezien. En ze hebben me geholpen om mezelf terug te vinden. Ik weet nu wie ik ben. Het lukt me steeds beter om me niet steeds aan anderen aan te passen.
Ook hebben ze mij bij Mirre geleerd om beter om te gaan met de boosheid van mijn broer. Het gaat nu ook iets beter tussen ons. We hebben minder ruzie. Hoe ik onze relatie zou omschrijven? We zijn broers. Gewoon broers. Op school gaat het veel beter. Ik zit in een leuke klas en werk vaak samen. Dat is fijn! Ik voel me geen ‘loner’ meer.
Ik heb veel aan Mirre te danken. De Jeugdbegeleiding kwam op het goede moment. De jeugdweken, die ik ook bezoek, zijn erg leuk. Wat we daar zoal doen? Familieopstellingen, badsessies en allerlei oefeningen die me leren om boosheid en verdriet te uiten. Het helpt me echt. De jeugdweken zijn daarbij gezellig en ontspannen. Daarom denk ik dat ik voorlopig wel bij Mirre blijf komen.
Dit is de titel van een film die op Mirre is gemaakt, waarin een klein meisje aan een ruzie van haar ouders een kwetsuur in de vorm van een rode ballon overhoudt. Deze ballon wordt in de rest van haar jeugd door gebeurtenissen steeds verder opgeblazen en gaat haar steeds meer tot last zijn.
Op Mirre ontdekt ze hoe de ballon klein te krijgen en dat eigenlijk iedereen wel een ballonnetje heeft.
De foto's en film hieronder geven een indruk van de activiteiten en omgeving van Zorglandgoed Mirre.